1920 – 1944
Aan de Tulpstraat 38 in Baarn woonde in de Tweede Wereldoorlog het gezin Hovius: vader, moeder en drie kinderen. De jongste was Johannes. Hij werd Joop genoemd.
Joop was een getalenteerd voetballer. In de jaren dertig speelde hij in het eerste elftal van de voetbalclub BVV Baarn. Na zijn schooltijd ging Joop in het leger. In 1939 werd hij als militair naar Nederlands-Indië gestuurd.
Eind 1941 bezette Japan Nederlands-Indië en werd Joop krijgsgevangen gemaakt. Hij moest werken aan de beruchte Birma spoorweg. In zestien maanden bouwden krijgsgevangenen onder erbarmelijke omstandigheden een spoorlijn van meer dan 400 kilometer dwars door Birma (nu Myanmar) en Thailand.
Joop Hovius overleefde en belandde met bijna 1300 andere krijgsgevangenen in het ruim van het schip Hofuku Maru. Deze vrachtvaarder zou hen naar Japan brengen. De gevangenen zouden daar worden ingezet in de oorlogsindustrie.
Op 4 juli 1944 vertrok het schip in konvooi van Singapore naar Japan. Na een lang oponthoud in Manila, de hoofdstad van de Filippijnen, voer de Hofuku Maru in konvooi naar Japan.
De schepen kwamen niet ver. In de middag van 21 september 1944 verschenen Amerikaanse gevechtsvliegtuigen aan de hemel. Zij zagen het konvooi aan voor een Japans troepentransport. De Hofuku Maru werd een paar keer getroffen en zonk. Meer dan duizend mannen verdronken. Onder hen Joop Hovius.
Joop Hovius werd 23 jaar.
Joop was een getalenteerd voetballer. In de jaren dertig speelde hij in het eerste elftal van de voetbalclub BVV Baarn. Na zijn schooltijd ging Joop in het leger. In 1939 werd hij als militair naar Nederlands-Indië gestuurd.
Eind 1941 bezette Japan Nederlands-Indië en werd Joop krijgsgevangen gemaakt. Hij moest werken aan de beruchte Birma spoorweg. In zestien maanden bouwden krijgsgevangenen onder erbarmelijke omstandigheden een spoorlijn van meer dan 400 kilometer dwars door Birma (nu Myanmar) en Thailand.
Joop Hovius overleefde en belandde met bijna 1300 andere krijgsgevangenen in het ruim van het schip Hofuku Maru. Deze vrachtvaarder zou hen naar Japan brengen. De gevangenen zouden daar worden ingezet in de oorlogsindustrie.
Op 4 juli 1944 vertrok het schip in konvooi van Singapore naar Japan. Na een lang oponthoud in Manila, de hoofdstad van de Filippijnen, voer de Hofuku Maru in konvooi naar Japan.
De schepen kwamen niet ver. In de middag van 21 september 1944 verschenen Amerikaanse gevechtsvliegtuigen aan de hemel. Zij zagen het konvooi aan voor een Japans troepentransport. De Hofuku Maru werd een paar keer getroffen en zonk. Meer dan duizend mannen verdronken. Onder hen Joop Hovius.
Joop Hovius werd 23 jaar.