Saul Cardozo |
1910 – 1945 |
Judith Cardozo-Abas |
1908 – 1944 |
Sara Abigaël Cardozo |
1937 – 1944 |
In juni 1940 kwam het Joodse gezin Cardozo in Baarn wonen. Het adres was Zandvoortweg 90. Het huis staat er niet meer, de hele wijk is na de Tweede Wereldoorlog opnieuw opgezet.
Saul Cardozo was koopman. Zijn vrouw Judith Cardozo-Abas en hij hadden een dochtertje van twee jaar. Ze kwamen uit Amsterdam, in de hoop hier veiliger te zijn dan in de hoofdstad.
Maar ook in Baarn werden Joden opgepakt en het gezin Cardozo dook onder. In oktober 1942 verscheen een bericht in het Algemeen Politieblad met de tekst dat het gezin ervan verdacht werd: “van woonplaats te zijn veranderd zonder daartoe de vereiste vergunning te hebben.”
De onderduik betekende slechts een kort uitstel van arrestatie. Op 17 november 1942 werd Saul in Rotterdam gearresteerd en op 11 december 1942 werd hij overgebracht naar Westerbork. Zijn vrouw Judith en dochtertje Sara waren daar op dat moment al. Ook opgepakt.
Het verblijf in de barakken van Kamp Westerbork duurde voor hen relatief lang. Iedere week reed een trein met meer dan duizend personen naar de kampen in het oosten. Theresienstadt, Auschwitz of Sobibór. Op 18 januari 1944, na ruim een jaar Westerbork, vertrokken ook Saul, Judith en Sara. Het was dinsdag en de trein ging naar Theresienstadt. Dit was een volgepakt dorp waar de omstandigheden ietsje beter waren dan in de vernietigingskampen.
Judith en de kleine Sara zijn op een onbekende datum van Theresienstadt op transport gegaan naar Auschwitz. Daar zijn zij beiden op 21 oktober 1944 in de gaskamer vermoord.
Saul Cardozo wordt in november 1944 op transport gezet naar het kamp Kaufering, in de buurt van Dachau. Op 29 april 1945 bevrijdden de Amerikanen het kamp. Saul Cardozo was toen nog in leven. Hij stierf op 4 mei 1945 aan ondervoeding, uitputting en ziekte.
Saul Cardozo was 35 jaar, Judith Cardozo-Abas was 36 jaar en hun dochtertje Sara Abigaël was bijna 7 jaar.
Saul Cardozo was koopman. Zijn vrouw Judith Cardozo-Abas en hij hadden een dochtertje van twee jaar. Ze kwamen uit Amsterdam, in de hoop hier veiliger te zijn dan in de hoofdstad.
Maar ook in Baarn werden Joden opgepakt en het gezin Cardozo dook onder. In oktober 1942 verscheen een bericht in het Algemeen Politieblad met de tekst dat het gezin ervan verdacht werd: “van woonplaats te zijn veranderd zonder daartoe de vereiste vergunning te hebben.”
De onderduik betekende slechts een kort uitstel van arrestatie. Op 17 november 1942 werd Saul in Rotterdam gearresteerd en op 11 december 1942 werd hij overgebracht naar Westerbork. Zijn vrouw Judith en dochtertje Sara waren daar op dat moment al. Ook opgepakt.
Het verblijf in de barakken van Kamp Westerbork duurde voor hen relatief lang. Iedere week reed een trein met meer dan duizend personen naar de kampen in het oosten. Theresienstadt, Auschwitz of Sobibór. Op 18 januari 1944, na ruim een jaar Westerbork, vertrokken ook Saul, Judith en Sara. Het was dinsdag en de trein ging naar Theresienstadt. Dit was een volgepakt dorp waar de omstandigheden ietsje beter waren dan in de vernietigingskampen.
Judith en de kleine Sara zijn op een onbekende datum van Theresienstadt op transport gegaan naar Auschwitz. Daar zijn zij beiden op 21 oktober 1944 in de gaskamer vermoord.
Saul Cardozo wordt in november 1944 op transport gezet naar het kamp Kaufering, in de buurt van Dachau. Op 29 april 1945 bevrijdden de Amerikanen het kamp. Saul Cardozo was toen nog in leven. Hij stierf op 4 mei 1945 aan ondervoeding, uitputting en ziekte.
Saul Cardozo was 35 jaar, Judith Cardozo-Abas was 36 jaar en hun dochtertje Sara Abigaël was bijna 7 jaar.