familie Rootveld

 

Arie Rootveld

1906 – 1943

Marianne Rootveld-Vuijsje

1913 – 1943

Abraham Rootveld

1936 – 1943

 
 
Aan de Tulpstraat 26 in Baarn woonde in de Tweede Wereldoorlog het Joodse gezin Rootveld. Arie Rootveld, Marianne Rootveld en hun zoon Bram. Zij kwamen uit Amsterdam en verhuisden in 1939 naar Baarn. Zij woonden achtereenvolgens aan de Kerkstraat, later aan de Torenlaan en tenslotte op Tulpstraat 26. Arie en Marianne hadden een pension.

Al snel na de Duitse inval in mei 1940 kregen Joden met beperkende maatregelen te maken. Eind 1940 werden Joden uit overheidsfuncties ontheven. Begin 1941 mochten Joden niet meer naar de bioscoop, moesten zij zich laten registreren en overal, ook in Baarn, verschenen bordjes “Voor Joden Verboden”.

De Baarnse chroniqueur van de Tweede Wereldoorlog J.K. van Loon schreef in januari 1941:
“A. Rootveld, pensionhouder alhier, is in zijn woning door drie Duitse soldaten bedreigd en in het gezicht geslagen. Na hun vertrek bleek dat zij boeken en brochures hadden meegenomen.”

In 1942 begon de systematische deportatie van Joden naar de kampen. Het gezin Rootveld dook onder en was onvindbaar voor de Baarnse politie, zo blijkt uit een bericht van oktober 1942:
De Commissaris van Politie te Baarn verzocht opsporing van Arie Rootveld, zijn vrouw Marianne Rootveld-Vuijsje en hun zoon Abraham. (…) Zij werden ervan verdacht van woonplaats te zijn veranderd zonder de daartoe vereiste vergunning te hebben.

Het is het gezin Rootveld niet gelukt uit handen van de Duitsers te blijven. In april 1943 werden ze alle drie ingeschreven in Kamp Westerbork en eind juni 1943 vertrok een transport met meer dan tweeduizend mensen naar Sobibór. Onder hen Arie, zijn vrouw en hun zoon. Niemand van deze mensen heeft de oorlog overleefd.

Arie Rootveld was 36 jaar, Marianne Rootveld 29 jaar en hun zoon Bram 7 jaar.