1904 – 1945
De Wijkamplaan in Baarn heette tot 1951 Eikenboschweg. Op nummer 37 woonde tijdens de Tweede Wereldoorlog Gerard van Vulpen, samen met zijn vrouw Maria (Miep) van Vulpen-Perier.
Gerard werkte bij bakkerij Steenman. In het schuurtje achter het huis hield hij twee varkens. Daar had hij niet de vereiste vergunning voor. Op een zaterdagmiddag in 1943 kreeg hij bezoek van controleur Muller van de Crisis Controle Dienst. Hij nam de beesten in beslag.
Muller was een beruchte NSB’er, die fanatiek huiszoekingen deed op zoek naar onderduikers, radiotoestellen en clandestiene etenswaren. Gerard van Vulpen waarschuwde de leiding van het verzet in Baarn voor de acties van Muller.
Het besluit viel dat Muller uit de weg moest worden geruimd. Op de avond van 12 oktober 1943 hield Muller een controle aan de Eemweg. Iedere passant werd gecontroleerd op verboden goederen. Gerard van Vulpen fietste langs deze weg met een zak hooi. Zijn vriend, de verzetsman Bertus Kalf, had een bijltje bij zich en de derde, verzetsman Jan Karman, een pistool. Toen Muller de zak met hooi wilde inspecteren sloeg Bertus Kalf hem met zijn bijl op het hoofd en daarna vuurde Jan Karman drie keer. Muller was zwaargewond en werd op een kruiwagen naar het ziekenhuis vervoerd. Hij overleed nog voor aankomst.
De daders ontkwamen. Een maand later, in november 1943 werd Gerard van Vulpen thuis gearresteerd. De zaak bleek verraden. Wekenlang werd hij verhoord op het hoofdkantoor van de Duitse politie, de Sicherheitsdienst, in Amsterdam. Daarna volgde opsluiting in concentratiekamp Vught en in september 1944 evacuatie naar het kamp Sachsenhausen bij Berlijn. In februari en maart 1945 werd Sachsenhausen ontruimd. Gerard van Vulpen kwam in kamp Bergen-Belsen terecht. Hij leefde toen de Amerikanen dit kamp op 15 april 1945 bevrijdden. Maar hij was te zwak om naar Nederland terug te gaan. Als overlijdensdatum wordt 31 mei 1945 opgegeven. Hij was 41 jaar.
En de anderen? Jan Karman viel in handen van de Duitsers en werd in februari 1944 gefusilleerd.
Bertus Kalf, de man met het bijltje, overleefde de oorlog.
Gerard werkte bij bakkerij Steenman. In het schuurtje achter het huis hield hij twee varkens. Daar had hij niet de vereiste vergunning voor. Op een zaterdagmiddag in 1943 kreeg hij bezoek van controleur Muller van de Crisis Controle Dienst. Hij nam de beesten in beslag.
Muller was een beruchte NSB’er, die fanatiek huiszoekingen deed op zoek naar onderduikers, radiotoestellen en clandestiene etenswaren. Gerard van Vulpen waarschuwde de leiding van het verzet in Baarn voor de acties van Muller.
Het besluit viel dat Muller uit de weg moest worden geruimd. Op de avond van 12 oktober 1943 hield Muller een controle aan de Eemweg. Iedere passant werd gecontroleerd op verboden goederen. Gerard van Vulpen fietste langs deze weg met een zak hooi. Zijn vriend, de verzetsman Bertus Kalf, had een bijltje bij zich en de derde, verzetsman Jan Karman, een pistool. Toen Muller de zak met hooi wilde inspecteren sloeg Bertus Kalf hem met zijn bijl op het hoofd en daarna vuurde Jan Karman drie keer. Muller was zwaargewond en werd op een kruiwagen naar het ziekenhuis vervoerd. Hij overleed nog voor aankomst.
De daders ontkwamen. Een maand later, in november 1943 werd Gerard van Vulpen thuis gearresteerd. De zaak bleek verraden. Wekenlang werd hij verhoord op het hoofdkantoor van de Duitse politie, de Sicherheitsdienst, in Amsterdam. Daarna volgde opsluiting in concentratiekamp Vught en in september 1944 evacuatie naar het kamp Sachsenhausen bij Berlijn. In februari en maart 1945 werd Sachsenhausen ontruimd. Gerard van Vulpen kwam in kamp Bergen-Belsen terecht. Hij leefde toen de Amerikanen dit kamp op 15 april 1945 bevrijdden. Maar hij was te zwak om naar Nederland terug te gaan. Als overlijdensdatum wordt 31 mei 1945 opgegeven. Hij was 41 jaar.
En de anderen? Jan Karman viel in handen van de Duitsers en werd in februari 1944 gefusilleerd.
Bertus Kalf, de man met het bijltje, overleefde de oorlog.